BEWEEGBLOG I Een kakelvers artikel over voortschrijdend inzicht om het achteruit hollende leesniveau weer op peil te krijgen. Vandaag spreekt Lenneke Gentle met Lenny Zuijderduijn, van Beweeg & Groei: www.opleiding-psychomotorisch-kindercoach.nl Na 25 in het onderwijs gewerkt te hebben, specialiseerde Lenny zich in kinder- en jeugdhulpverlening. Ze behandelt kinderen in haar praktijk en biedt daarnaast trainingen en opleidingen aan. Lees verder voor haar persoonlijke verhaal, dat tijd en beweging nodig zijn om te kunnen leren, waarom de uitvinder van het alfabet vast lui is geweest en hoe ze gaat helpen leesmonsters te creëren door Lezen zonder Letters op De Grote Beweegconferentie.
Lenny Zuijderduijn is als Integratief Kinder- en Jeugdtherapeut werkzaam in haar eigen Praktijk voor Kindertherapie, Psychomotoriek en Reflexintegratie en heeft 25 jaar ervaring in het (kleuter)onderwijs. In haar praktijk werkt zij met beweging en spel om een kind weer in balans te krijgen op emotioneel, sociaal en cognitief gebied. Ze biedt diverse opleidingen en trainingen aan op het gebied van bewegen, groeien en leren.
Als er iemand is die altijd wel Beweegzin heeft, dan ben jij dat, Lenny! We kennen elkaar al wat langer uit het veld, dit jaar ben je weer bij De Grote Beweegconferentie, fijn. Waarom ben je begonnen met de bezigheden die je nu doet?
Mijn reis is lang geleden begonnen als leerkracht, tijdens de laatste lichting aan de Pedagogische Academie. Daarna ben ik voor de klas gaan staan in de tijd dat het kleuteronderwijs samengevoegd werd met het basisonderwijs. Ik vond het erg leuk, maar had op de PA twee keer poppenkast voor kleuters gespeeld en was toen al bevoegd om kleuters les te geven. Dat voelde echter niet zo. Daarom koos ik voor een applicatiecursus om te leren wat kleuterleidsters op de KLOS ook leerden. Duidelijk was, dat beweging aan de basis staat voor de ontwikkeling van het jonge kind:
‘Wat moeten ze leren, voordat ze kunnen leren lezen?’
‘Leert een kind lezen als het 16 letters kent, of is er meer voor nodig?’
Na 25 jaar in het onderwijs koos ik voor verandering door de opleiding voor Kinder- en Jeugdtherapeut te volgen en ook vanuit die functie aan de slag te gaan. In die periode kwamen er veel kinderen met problemen op het gebied van leren en vaak bleek school ‘de boosdoener’. Sommige kinderen konden niet huppelen of vonden het lastig balans te bewaren. Ik als juf kon dat niet negeren en ben daar extra cursussen voor gaan volgen. Het was zo’n openbaring om te zien hoe belangrijk bewegen is voor de ontwikkeling en om tot lezen te komen. Het is namelijk niet alleen het leren van 16 letters, er komt veel meer bij kijken. Inmiddels heb ik me daar zo’n 12 jaar in verdiept en neem mensen daar graag in mee. Daarom heb ik trainingen en cursussen ontwikkeld en mensen passen het graag toe bij de kleuters, peuters en in groep 3. Daar ben ik erg blij mee! Maar eigenlijk was al die kennis er al, bij de leidsters van de KLOS opleiding. Na 1985 is de focus verlegd naar het cognitieve leren en de overtuiging is dat we alles kunnen leren als het maar wordt aangeboden. Helaas blijkt de afgelopen jaren dat het leesniveau van de kinderen achteruit is gehold. Het is dus noodzakelijk gebleken om te bewegen om überhaupt te kunnen leren.
Dat omschrijf je mooi. Je ziet ook de tendens dat er zo veel van jonge kinderen verwacht wordt, terwijl hoe kinderen zich ontwikkelen niet echt veranderd is.
Klopt, het draait bij het jonge kind echter wel om ontwikkeling. Dat heeft tijd nodig, voordat het kind qua brein toe is aan leren lezen, schrijven en rekenen. Ik vergelijk het met een baby van 6 maanden en zeggen: ‘Zo, even op de benen staan en nu gaan lopen, dat is makkelijk voor mama’. Dat kan gewoonweg niet.
Je geeft veel cursussen en trainingen aan leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Wat merk je aan hen en dus ook de kinderen aan wie zij lesgeven?
Bewustwording. Als je letters gaat leren, dan gaat het eerst om vormen en ontdekken. Daarna lukt dat pas vanuit het brein. Voorbeeld: Als ik een jas wil kopen, wil ik de stof voelen in plaats van alleen zien. Zo is het ook met het leren van vormen. Een jong kind moet eerst kijken en voelen, iets echt in handen hebben, voordat het opgeslagen wordt in het brein. Dus eerst alles driedimensionaal en daarna pas op het platte vlak. Daar gaat het eigenlijk helaas al verkeerd, we laten kinderen steeds vroeger op platte werkbladen werken. Het spel en de beweging is naar de achtergrond verdwenen, terwijl dat juist erg belangrijk is! Mijn studenten pakken dat op, door o.a. meer naar buiten te gaan met de kinderen. Ze worden zich daar bewuster van en merken dat het fijn werkt met kinderen.
Oh dat is mooi! Ze zien dus snel resultaat?
Zeker! Niet dat de kinderen gelijk niveaus omhoog gaan, wij leggen de focus namelijk op de psychomotorische ontwikkeling. Zo komen we tot de ontwikkeling van de leervoorwaarden voor wat betreft lezen, rekenen en schrijven.
Geweldig! Welke ambities heb je op langere termijn, dit zou iedereen moeten weten.
Het is allemaal organisch ontwikkeld, want het kwam vanuit het werken van de Kindertherapiepraktijk. Leerkrachten zagen toen dat kinderen zich beter gingen concentreren en dat de resultaten omhoog gingen. Ik werd gevraagd om een workshop te geven, dat werd een cursus en nu twee opleidingen: de opleiding Psychomotorisch Kindercoach, dan benader je kinderen aan de hand van de motoriek. En de opleiding Coördinator Bewegend Leren in het Basisonderwijs, door beweging bij jongste kinderen in te zetten, volgt een beter resultaat in de hogere klassen. Mijn ambitie is dat we weer met onze kleuters lekker gaan bewegen, spelen, dansen en zingen. O ja, én dat elke school weer een speellokaal krijgt.
Yes, die ambitie deel ik zeker! We hebben twee nieuwe ministers op de onderwijsposities zitten. Moet er nog meer van deze kennis richting de politiek of doen we dat zelf op de werkvloer gewoon wel?
Het is én én: de mensen die ermee werken, bewust(er) maken en de mensen die het uitdokteren, laten merken dat iets anders ook kan werken. De ene minister komt uit de praktijk en de andere minister is wetenschappelijk aangelegd. Lastig, ga je dan voor de ontwikkeling of voor het programmatisch alles aanleren? Ik ben lid van Werk en Steungroep Kleuteronderwijs en we zijn hard bezig om het onderwijs voor die groep goed op de agenda te zetten. Politiek stuurt namelijk op cijfers, maar een kind is niet in een cijfer te vangen. Ieder kind ontwikkelt zich op eigen moment en op eigen wijze.
Je geeft tijdens De Grote Beweegconferentie de workshop Lezen zonder Letters. Heb je nu ook al een tip voor lezers van dit artikel?
Ja, leer een kind dat alles uit vormen bestaat, want elke letter is een vorm met eventueel een boog, stip of streep in een bepaalde combinatie. De uitvinder van het alfabet is een lui iemand geweest, want sommige letters kun je draaien en spiegelen en dan heb je een andere letter. Voor een klein kind is de wereld een grote soep, waar het wat uit moet halen. Hoe beter je een kind leert qua vormen en klanken en de overeenkomsten en verschillen, hoe beter het leert. Ruimtelijke oriëntatie leer je niet door op een stoel te zitten, maar door te spelen in het speellokaal, in de zandbak, de watertafel, te kleien, te schilderen en te dansen.
Tot slot Lenny, welke onderwijsquote inspireert jou?
De oneliner die ik altijd gebruik en op mijn voorhoofd geschreven staat: Beweging is de basis voor groei én de basis voor leren! Ik wil graag dat dat gemeengoed wordt en dan met name het bewegen vóór het leren. Bewegend leren is al erg goed, maar de basis, dus bewegen vóór het leren in groep 3 is nog belangrijker!
Bezoek de Beweegworkshop van Lenny Zuijderduijn
op De Grote Beweegconferentie.