BEWEEGBLOG I Een dansant artikel over beweging, werkplezier en onderwijsvernieuwing. Vandaag worden Lenneke Gentle en Saskia Sap samen geïnterviewd door Iris Mobron. In het danswerkveld vonden ze elkaar bij Studio Swing om vervolgens hun gedeelde passies dans, pedagogiek en onderwijs in te haken. Lees verder voor dansschoenen, taal en rekenen leren door te dansen, het onderzoek naar dans en taalontwikkeling, het Crebelen virus en de kracht van embodied learning.
Saskia Sap is sinds 1994 docent pedagogiek en psychologie aan de Opleiding Docent Dans van de AHK. Eerder rondde zij de docentenopleiding aan de Balletacademie af. Lenneke Gentle volgde de opleiding tot dansdocent en Voor- en Vroegschoolse Educatie en is oprichter van Studio Swing. Ze is de grondlegger van Taaldans Rekendans en Creatief Bewegend Leren voor het jonge kind. Allebei spreken, schrijven en ontwikkelen ze over dans en onderwijs.
Jullie zijn via verschillende wegen al langer bezig met wat jullie nu doen. Kunnen jullie ons meenemen in de verhaallijn, waarom zijn jullie begonnen met de bezigheden die jullie nu doen?
Saskia: Jazeker, ik heb mijn eerste stappen op het gebied van dans al lang geleden gezet. Was niet gelijk heel succesvol van: ‘Yes, dit is het!’. Ik had een strenge balletjuf met een stok in haar hand en ik vond het echt niet leuk. Toen ik 16 was, ging een vriendin van mij op jazzdans en ik ging mee. Dát was leuk! Ik ben dus eerst de jazz in gegaan, voelde me toen fijn in mijn lichaam. Via de jazz kwam ik ook bij klassiek ballet terecht. Ik ben de opleiding Dans gaan doen. Daarna ben ik pedagogiek gaan studeren, omdat ik de overdracht van dans op kinderen en volwassenen heel interessant vond.Uiteindelijk werd ik docent Pedagogiek aan de dansopleiding en na jaren kwam er ineens een bericht langs van iemand die Taal- en Rekendans gaf!
Haha, vertel, wie was dat?
Saskia: Jaaa, dat was Lenneke uiteraard! De twee kanten die ik heel interessant vond, kregen ineens vorm. Lenneke: Ik weet het nog, ik zag je naam en functie tussen de aanmeldingen en dacht nog: ‘Hè, wat doe jij nou bij de cursus?’. We hadden een hele leuke groep toen, helemaal live. Zo is onze start verlopen, Saskia kwam bij mij in de keuken kijken en heeft later ook een opleiding verzorgd in de regio Midden. We waren vanuit een groter team echt goed met de inhoud bezig. Nu zijn we ook zo ver, dat Saskia aan de slag is gegaan met een onderzoek via het lectoraat van de AHK naar een onderdeel van Taaldans, op het gebied van woordenschat bij anderstalige kinderen.
Mooie ontwikkelingen! En wat zien jullie gebeuren op de werkvloer in onderwijs en kinderopvang, welke veranderingen zijn zichtbaar?
Saskia: Wat je ziet, en daar ben ik heel dankbaar voor, is dat bewegen meer aandacht krijgt in het onderwijs. Lenneke is daar een van de starters van geweest, om die beweging in gang te zetten. Je ziet dat jonge kinderen meer echt beweegruimte krijgen. Het lastige is wel, dat veel scholen nog denken dat het even tussendoor moet. Na het leren sturen we kinderen toch even naar buiten. Wij proberen echter vanuit onze expertise aan te geven dat je juist tijdens het leren moet bewegen. Je leert ook via je lijf en je zintuigen. In deze Westerse wereld zijn we helaas zo gewend vanuit ons hoofd te denken, de rest komt daarna. Inmiddels is wel duidelijk dat alle informatie juist via ons lijf komt. Als je beweegt, met muziek aan, dan gaat het leren een stuk beter én leuker! Een van de slogans van Lenneke is: ‘Kleuters willen bewegen, die willen niet stilzitten.’ We verwachten dat wel van ze in het onderwijs.
Lenneke: Ja, kinderen willen wel bewegen! Ze staan er klaar voor, zo zijn ze gemaakt. Al die initiatieven met: ‘We moeten kinderen in beweging brengen!’? Eigenlijk denk ik dat we de mindset bij volwassenen moeten veranderen. Hoe kunnen we in de dag verwerken dat kinderen bewegen en tegelijk leren? Ons team Taal- en Rekendansdocenten is actief op voorscholen, in de kinderopvang en op kleutergroepen. Die vakdocenten gaan met de huidige thema’s aan de slag, dan zien de leerkrachten en de pedagogisch medewerkers dat de kinderen ook met hun rekenopdracht en woordenschat aan de slag gaan, die zij eerder gaven. Alleen nu op een andere manier, met dans, muziek en concrete materialen! O ja, en met zingen en rappen, zodat kinderen de woorden ook uitspreken. Dat kan dus prima als introductie voor een onderwerp/thema, het wordt zo anders verwerkt. Dit is dus een inspiratiebron voor de leerkrachten en de PM’er. Het is belangrijk om vakdocent voor de groep kinderen te hebben staan, want drie kwartier per week zo bewegen helpt enorm.
Kleuterleerkrachten en pedagogisch medewerkers raakten hier ook enthousiast van, voor hen maakte ik de cursus Creatief Bewegend Leren. Tijdens de cursus raken ze geïnspireerd om SLO doelen in beweging te brengen met muziek, materialen en prentenboeken. Ze zijn dagelijks bezig met Crebelen. In de klas, in de speelzaal, buiten en ook met ouders. Onlangs ontving ik een filmpje van een cursist: Lenneke de hele onderbouw is besmet met het Crebelen virus! Mooi om te zien dat de één liever met de digibordfilmpjes aan de slag gaat en de ander doet het lekker zelf met de groep en bouwt het uit.
Saskia: Sport doet ook al veel, maar bij dans zit er ook nog een creatief spelelement bij. Spel is heel belangrijk voor motivatie bij kinderen. Dat is zo’n mooie meerwaarde!
Wauw, zo klinkt dat ook zeker! Welke ambities hebben jullie op langere termijn?
Lenneke: Haha, ambities te over! Het liefst heb ik op elke school, voorschool en kinderopvanginstelling een Taal- en Rekendansdocent. In de periode van 0 tot 7 jaar dit soort dingen aan te kunnen bieden, want in die periode moet de hele fysieke ontwikkeling wel zo’n beetje gebeuren. Voor boeken lezen, schrijven en de wereld te leren kennen. We hebben alleen helaas heel weinig dansdocenten in Nederland, dus dat is lastig. Daarom ben ik ook met Crebelen gestart voor leerkrachten en PM’ers voor in hun eigen ruimte. Dit zijn dan geen vakdocenten dans, maar ze houden wel van bewegen en muziek én willen graag dansend en spelenderwijs leren met de kinderen.
Saskia: Ik sluit me daar helemaal bij aan! Elk kind verdient aandacht via dans en spel tijdens de ontwikkeling. Wat Lenneke zegt, de eerste jaren zijn heel cruciaal in de wil om te leren, zowel qua taal als qua rekenen. Een combinatie van dansdocenten en ‘gewone’ leerkrachten is heel essentieel. Je hoeft helemaal niet enorm goed te kunnen dansen, het gaat om het gevoel van plezier. Je gaat samen met de kinderen het avontuur aan!
Inderdaad, dat klinkt goed! Jullie komen op De Grote Beweegconferentie een theatersessie geven, ’10 redenen om te dansen tijdens het leren’. Kunnen jullie kort iets aangeven over welke inspiratie jullie dan willen meegeven?
Lenneke: Er komt uit steeds meer onderzoeken naar voren dat bewegend leren met muziek, rappen en zingen én concrete materialen heel belangrijk is voor de totale ontwikkeling van het kind. Saskia heeft ook haar onderzoek afgerond naar Taaldans en woordenschatontwikkeling voor NT2 kinderen. Wij gaan 10 onderzoeken op een leuke, luchtige manier bespreken en de resultaten zetten we om in een dansmoment met het publiek. We gaan creatief op de muziek aan de slag, en wel zo, dat ze de dag daarop met die muziek aan de slag kunnen gaan.
Gaaf! Alles wat jullie doen, is natuurlijk ergens ontstaan. Welke onderwijsquote heeft jullie écht geïnspireerd?
Saskia: We kwamen samen een zeer toepasselijke tegen, zoals hoe wij werken: ‘Educating the mind without educating the heart is no education at all’ – Aristoteles. Het aanspreken van je hart, is ook het aanspreken van je lichaam en je geest. Dat zou je eigenlijk altijd in het onderwijs moeten doen. Lenneke: Alleen maar kennis in dat koppie zetten? Dat heeft geen enkel nut als je het niet kan voelen in een context waar je op aan gaat.
Bezoek de Theatersessie van
Saskia en Lenneke op
De Grote Beweegconferentie.