De nuchtere bollenstreek had meer tijd nodig om dansend te semantiseren en consolideren

VIJF VRAGEN AAN I In deze rubriek mag ik de nieuwsgierige interviewer in mezelf loslaten en vraag ik inspirerende dans- en onderwijscollega’s het spreekwoordelijke hemd van het lijf. Vandaag spreek ik met Miranda Molhoek: van origine balletjuf en Taal- en Rekendans docent van het eerste uur. Gekscherend noemen we haar Brigitte Kaandorp 2, want deze vrouw heeft humor van de bovenste plank. Naast de groei in haar docentschap, is ze ook als ondernemer enorm gegroeid de afgelopen jaren. Ze geeft nu zelfs met twee andere collega’s les in verschillende steden, terwijl dat tien jaar geleden ondenkbaar leek in het nuchtere Noord-Holland. Hoe ze de bollenstreek toch meer dan enthousiast kreeg, lees je in dit interview.

1 Wie ben jij in 5 woorden?

Creatief, moedig, doorzetter, danser, juf in hart en nieren.

2 Je komt uit de roze-tutu-wolk; wat maakte dat je in het onderwijs les wilde geven?

Na mijn VWO ging ik naar de Dansacademie in Rotterdam, Codarts. Daarna ben ik les gaan geven bij balletscholen en centra voor de kunsten. Toen onze twee dochters wat groter werden keek ik langzaamaan eens om me heen. Want elke dag na schooltijd gaan werken is, zodra zij hele dagen naar school gaan, niet meer zo fijn. Tegelijkertijd merkte ik al snel dat onze oudste tegen het vele stilzitten op school aanliep. Dus toen ik de Taal- en Rekendans opleiding voorbij zag komen, realiseerde ik me: dit werk combineert mijn twee passies: dansen en het jonge kind. Omgeving Alkmaar had echter nog lang inweektijd nodig, dus ik kon er niet direct mee aan de slag.

3 Hoe zijn de eerste lessen verlopen?

Mijn allereerste lessen mocht ik dan ook geven op de vaste school van Lenneke, als invaldocent. Ik vond het a la minute fantastisch om te zien wat het met de betrokkenheid van de kinderen deed. Zelf was ik gewend vooral zeer gemotiveerde balletmeisjes in het roze les te geven. Jongens brengen een hele andere dynamiek met zich mee en eerlijk gezegd was ik nogal bang of ik hen wel mee zou krijgen. Ik had daar, ook thuis met twee meisjes, weinig ervaring mee. Later besloot Lenneke een dag minder te gaan lesgeven en mocht ik haar volledig opvolgen. In totaal heb ik zes jaar als vakdocent lesgegeven op deze school in Den Haag. Door daar te mogen starten, een school waar Taal- en Rekendans al zo lang een vast onderdeel van het curriculum en op het rapport was, kon ik leren, ontwikkelen, schrijven, filmen, sterker worden en een uitstekende basis leggen om Taal- en Rekendans bekender te maken in míjn deel van Nederland: Noord-Holland.

Het is een feest om te mogen werken op een school waar Taal- en Rekendans als zo in het curriculum ingebed zit. Het staat hier zelfs op het rapport en er zijn jaarlijks kijklessen voor ouders en een eindvoorstelling. Ik voel me daar echt een onderdeel van het team omdat ik samen met de peuter- en kleuterjuffen meedraai in de onderbouw en we ook samen over de ontwikkeling praten die kinderen doormaken.

4 Wat is jouw meest bijzondere ervaring in de les?

Soms vraag je je wel eens af of de lessen nou echt zo’n indruk maken. Je bent maar elke week aan het werk in die speelzaal, groep na groep en besef je soms niet hoe groot jouw invloed is. Tijdens corona zag ik hoe sterk de indruk van de lessen kán zijn. Ik mocht geen lessen geven maar deed vervangende activiteiten op de school. Tijdens de lunch begeleide ik groepen kinderen uit de noodopvang op het plein. Er kwam een meisje uit groep 5 naar me toe en ze vroeg: “Bent u nog steeds dokter?” Ik moest erg lachen. Toen zij ooit in groep 1-2 zat, behandelde ik het thema ‘Gezond en Ziek’ en besloot ik een echt werkende stethoscoop van mijn man (ambulanceverpleegkundige) mee te nemen om de kinderen hun eigen hart , naast te laten vóelen, ook te laten horen. Een werkelijk be-to-ver-end moment. Niet alleen voor hen (die ogen als ze het goede plekje vonden!) maar daardoor ook voor mij. Op dat moment, daar in die onzekere tijd, waarin ik als vakleerkracht niet wist wanneer en of ik ooit weer welkom zou zijn in de school, werd mijn hart verwarmd door haar reactie en werd meteen bewezen: Taal- en Rekendans® lessen beklijven! Wel jarenlang!

5 Welk thema is jouw favoriet?

O jee, ik heb er inmiddels al zo veel gehad! Ik vind het vooral heel leuk wanneer het team de ruimte krijgt van de directie om zélf thema’s vorm te geven. Zo krijg ik als vakidioot, ook weer eens de kans om iets heel nieuws te bedenken in plaats van de standaard lente-zomer-herfst thema’s.

Ik heb bijvoorbeeld erg goede herinneringen aan het thema Nippertje, naar een boek van Rian Visser. Het gaat over een egeltje dat naar school moet maar eerst nog van alles wil. De kinderen kregen een horloge om en renden, vlogen, schoven, huppelden en hinkelden met veel haast naast school. Maar onderweg riep ik dingen als blijven staan! – doorlopen! – achteruit! – vooruit! – rechts! – links! Dit zijn mooie ruimtelijke begrippen waar zij dan meteen gehoor aan moeten geven. Dit vergroot de concentratie en biedt meteen ruimte aan de rekentaal.

Links en rechts leren voelen 

Terug in de kring zongen we een liedje over onze lichaamsdelen en tikten we tegen bepaalde lichaamsdelen met ons horloge. Dat horloge was trouwens een hit: van houten kralen met een elastisch bandje, ‘one size fits all’, en met wijzers die konden bewegen. Ze kregen hem om hun linkerarm. Zo wisten ze een beetje beter links en rechts te onderscheiden en konden ze het goed zien en voelen.

De met-de-bus-dans

We gingen net als Nippertje in het boek met de bus. Een kind met een geel hesje was de buschauffeur, andere kinderen wachtend in hoeken van de zaal. De buschauffeur in het gele hesje mocht de andere kinderen ophalen. Woorden als de bus – de buschauffeur – wachten – instappen – eerste (kind) en laatste (kind) stonden deze woordenschat oefening centraal.

Rijmwoorden semantiseren en uitbeelden

Voor de klank, rijm, ritme oefening zongen we het liedje opzij, opzij, opzij in een kinderversie. De rijmwoorden kregen nadruk. De beweegwoorden werden gesemantiseerd en uitgebeeld. Op deze manier is alles wat kinderen zingen, doen, voelen, zien en horen congruent aan elkaar. Dus ze kunnen het heel snel onthouden en reproduceren.

Zinnen dansen met concreet materiaal

Aan het eind deden we een stopdans, waarin we bepaalde zinnen uit het boek gingen uitbeelden en nazeggen tegelijkertijd: een hoge toren bouwen, je veters strikken, een liedje spelen op de piano, een snoepje krijgen. Om kinderen de goede volgorde te laten aanleren en ook meteen de koppeling van concreet materiaal naar nieuw woord te laten maken, had ik bij alle zinnen concreet materiaal mee. Blokken om  een toren te bouwen, echte veterschoenen, een mini piano en snoepjes kenden ze natuurlijk al. Het is heel mooi om te zien dat kinderen al dansend leren dat het begin of het eind van de zin er is.


Klik op de afbeelding voor de volgende Taaldans & Rekendans opleiding

Dank je wel voor je mooie verhaal Miranda, hoe zou je dit interview af willen sluiten?
Taal- en Rekendans is de redding geweest voor mijn bedrijf. Daarvoor gaf ik balletlessen op allerlei plekken, vaak kleine baantjes die ik net met elkaar kon combineren en ook nog in de vrije tijd. Maar door regels van de overheid vielen de loondienstverbanden weg. Zo werden ik en mijn collega’s (dans- en muziekdocenten) ongewild zelfstandigen in een rare situatie, bijvoorbeeld dat de opdrachtgever jouw uurtarief  bepaalt. Ik voelde me ondergewaardeerd en gevangen. Dankzij de impuls van deze opleiding, zag ik weer mogelijkheden en kreeg ik weer energie om dingen anders te gaan vormgeven. Het heeft indirect mijn vuur weer aangewakkerd. Al heeft het leren denken als een Taal- en Rekendans® docent me in het begin wel moeite gekost. Ik was gewend om alleen het creatieve, artistieke en motorische doel voorop te zetten. De omschakeling naar SLO doelen centraal stellen heeft me tijdens de opleiding heel wat hoofdbrekens opgeleverd. Maar nu is het mijn tweede natuur geworden.

Waar kunnen scholen, voorscholen en kinderopvangcentra jou vinden?
Samen met mijn twee teamleden Lisanne en Simone, ben ik actief in de regio Noord-Holland Noord. Denk aan Alkmaar, Heerhugowaard, Bergen, Hoorn, Zwaag, Petten, Schagen, Julianadorp en Den Helder.
www.studiodemol.nl